Kiedy było “vroeger”?

Kiedy używamy słowa “vroeger”, a kiedy używamy “eerder”?

1. Vroeger: więcej niż ±20 lat temu

een dinosaurus
de vikingen
een cassettebandje en een floppy
20 lat
temu:
2004
teraz:
2024
vroeger
Tu bądź bardziej dokładny:
een paar uur geleden
vorige week
eerder deze maand
een paar maanden terug
twee jaar geleden
etc.
Ik ben hier vroeger geweest = w roku 1990, w roku 1955, ...
Ik ben hier eerder geweest = nie jest to pierwszy raz
Een tamagochi: vroeger was dit mijn huisdier
Een cassettebandje: vroeger was dit het einde van jouw muziekcollectie

2. Vroeger jako porównanie: wcześniej w danym dniu

Twee wekkers die afgaan: gisteren om 7:30uur en vandaag om 8:30uur

Gisteren stond ik vroeger op dan vandaag.
lub
Gisteren stond ik eerder op dan vandaag.

De bus kwam 10 minuten vroeger (dan gepland).
De bus kwam 10 minuten eerder (dan gepland).
De vakantie begint dit jaar twee dagen vroeger (dan vorig jaar).
De vakantie begint dit jaar twee dagen eerder (dan vorig jaar).