Nadat, daarna, doordat, omdat and daarom

Chronology: nadat and daarna

Een meisje staat onder de douche.
1
Ze föhnt haar haar.
2
Nadat
1
,
2
Nadat ze een douche neemt, droogt ze haar haar.
2
nadat
1
Ze droogt haar haar nadat ze een douche neemt.
1
.
Daarna
2
Ze neemt een douche. Daarna droogt ze haar haar.
1
en
daarna
2
Ze neemt een douche en daarna droogt ze haar haar.

Cause-effect: doordat/omdat and daarom

Een meisje zingt en danst op een tafel.
1
Ze is op de grond gevallen en heeft pijn in haar arm
2
Omdat Doordat Omdat Doordat Omdat
1
,
2
Doordat ze op de tafel danste, is ze op haar arm gevallen.
2
omdat doordat omdat doordat omdat
1
Ze is op haar arm gevallen omdat ze op de tafel danste.
1
.
Daardoor
2
Ze danste op de tafel. Daardoor is ze op haar arm gevallen.
1
en
daardoor
2
Ze danste op de tafel en daardoor is ze op haar arm gevallen.

Word order

nadat
}
+ subclause
doordat
omdat
 
daarna
}
+ inversion
daardoor
daarom