Vergelijken: als of dan?
Als we vergelijken, gebruiken we “als” en “dan”. Wanneer gebruiken we welke?
Hetzelfde
even __ als / net zo __ als
De tomaten zijn even duur als de paprika's.
Berlijn is net zo groot als Sydney.
Verschillend
__er dan / minder __ dan
De mango's zijn duurder dan de citroenen.
Gouda is minder groot dan Brussel.