Le passif: les formes plus complexes

Des phrases avec plusieurs verbes
La phrase active:
Lotte mag de planten niet vergeten.
La phrase passive:
De planten mogen niet vergeten worden.

De planten mogen door Lotte niet vergeten worden.
Des phrases passives avec er
Des phrases actives:
Een piranha bijt de jongen.

Een piranha heeft de jongen gebeten.

Des phrases passives:
Er wordt een jongen gebeten (door een piranha).

Er is een jongen gebeten (door een piranha).

'Er' gaat altijd samen met een onbepaald lidwoord (een), nooit met een bepaald lidwoord (de, het).
Een man die verveeld achter zijn computer zit.
Des phrases sans objet
Des phrases actives:
Ron werkt zonder enthousiasme.

Ze hebben vandaag geen koffie gedronken.
Des phrases passives (avec er):
Er wordt zonder enthousiasme gewerkt.

Er is vandaag geen koffie gedronken.